Het lineair, of 6-fasenmodel is afkomstig uit het boek ‘Projectmatig werken’ van Gert Wijnen, Peter Storm en Willem Renes, dat sinds het verschijnen in 1984 een standaardhandboek is geworden bij projectmanagement. Het model onderscheidt zes hoofdprojectfasen.
Zo’n hoofdfase omvat een afgekaderd, vooraf gedefinieerd gedeelte van het werk. Opsplitsen van het werk in behapbare blokken, maakt het werk overzichtelijker en biedt de mogelijkheid evaluatiemomenten in te lassen, zodat kan worden ingegrepen voordat een project uit de hand loopt.
Het lineair faseringmodel kent zes hoofdfasen, die elk leiden tot vooraf gedefinieerde rapportages en formele besluitvorming op basis van die rapportages. Pas na ondertekenen hiervan door bevoegde beslissers, wordt formeel besloten om al dan niet de volgende fase te starten.
1. Initiatieffase
Tijdens de initiatieffase wordt de basis gelegd voor een project. Het idee of probleem dat aan het project ten grondslag ligt wordt onderzocht. Er wordt nader bekeken waarom het project wordt gestart (context), wat het precies inhoudt en wat niet (scope en uitsluitingen), wat de gewenste projectuitkomsten zijn (objectives) of het technisch en financieel haalbaar is, of de benodigde resouces (geld, middelen, mensen) naar verwachting vrij kunnen worden gemaakt en welke samenwerking met externe partijen nodig is. Het resultaat van de initiatieffase is een projectopdracht, die voor alle betrokken partijen verheldert wat ze precies van het project mogen verwachten. Zodra de projectopdracht is goedgekeurd, begint de definitiefase.
2. Definitiefase
Tijdens de definitiefase wordt het project gespecificeerd. De eisen en wensen van belanghebbenden, inclusief opdrachtgever en gebruiker, worden zo volledig mogelijk in kaart gebracht. Dit betreft onder meer een verdere uitwerking van de context (de randvoorwaarden), functionele en operationele eisen en beperkingen. Denk bijvoorbeeld aan een nadere specificatie van de gebruiksomgeving, geldende wetten, regels en normen, milieu impact, productspecificatie, gebruiksduur en –wijze en eisen die aan samenwerkingspartners worden gesteld. De definitiefase eindigt met een projectcontract, waarmee de betrokken beslissers zich verbinden aan de eisen- en wensenlijst. Voor het projectteam ligt het op te leveren projectresultaat hiermee vast en kunnen in principe vanaf dat moment geen aanvullende of afwijkende eisen of wensen meer worden gesteld. Met het tekenen van het projectcontract, start de ontwerpfase.
3 Ontwerpfase
Op basis van de eisen en wensen die aan het projectcontract ten grondslag liggen, maakt het projectteam meestal enkele ontwerpen (oplossingsrichtingen) waarmee het beoogde resultaat kan worden worden bereikt. Denk bijvoorbeeld aan functionele prototypen waarmee wordt bewezen dat het resultaat met een bepaalde techniek haalbaar is, ontwerpschetsen, schaalmodellen, wire-frames, 3D modellen en andere manieren om ontwerpkeuzen te kunnen maken. De opdrachtgever (of stuurgroep) beoordelen de voorlopige ontwerpen op hun merites en kiezen de definitieve uit te werken oplossing. In principe is hiermee de oplossing vastgelegd en moet deze alleen nog in detail worden uitgewerkt. Met het goedkeuren van het projectontwerp liggen de ontwerpkeuzen vast en start de voorbereidingsfase.
4. Voorbereidingsfase
Tijdens de voorbereidingsfasen worden detailplanningen gemaakt voor de verschillende realisatieactiviteiten en worden leveranciers en andere samenwerkingspartners gecontracteerd. Denk bijvoorbeeld aan het opstellen van een personeelsplan, inkoopplan, logistiek plan, engineering plan, kwaliteitsplan, testplan, introductieplan en andere plannen die aan de realisatie vooraf gaan. Tezamen vormen deze het realisatieplan. De voorbereidingsfase kan worden afgerond, zodra alles gereed is om met de daadwerkelijke realisatie van het projectresultaat aan de gang te gaan. Dit gebeurt door het goedkeuren van het realisatieplan en de onderliggende deelplannen.
5. Realisatiefase
Tijdens de realisatiefase ontstaat het projectresultaat. De geplande projectresources (uren, geld, middelen) worden ingezet en er ontstaan projectproducten (deliverables). Tijdens de uitvoering is er aandacht voor het bewaken van de projectvoortgang, samenhang tussen activiteiten, oplossen van issues en managen van veranderingen. Opgeleverde projectproducten moeten aan de gestelde (kwaliteits)eisen en –wensen voldoen . En uiteraard is het van belang dat de uren-, middelen- en geldbudgetten bewaakt worden. Tijdens de realisatiefase worden de verschillende projectproducten door bevoegde medewerkers en instanties vrijgeven en overgedragen aan de interne en externe klanten. De realisatiefase wordt afgesloten met het tekenen van een overdrachtsdocument, waarmee formeel wordt bevestigd dat alle deliverables naar tevredenheid zijn opgeleverd. Dit bewijst dat aan de eisen en wensen van het projectcontract en het projectontwerp is voldaan.
6. Nazorgfase
Na de realisatiefase blijft het projectteam meestal nog enige tijd stand-by voor het leveren van nazorg. Wat hieronder wordt verstaan is meestal vastgelegd in het projectcontract, maar wordt vaak met enige flexibiliteit beoordeeld. Onder nazorg vallen bijvoorbeeld het beantwoorden van gebruikersvragen, oplossen van kleine issues (bugfixes) en niet te vergeten: de evaluatie van het project. Het documenteren van deliverables en maken van gebruikershandleidingen hoort meestal tot de realisatiefase, maar hou er rekening mee dat sommige tekortkomingen pas tijdens het gebruik ervan zichtbaar worden. Er moet dus altijd tijd en capaciteit worden gereserveerd voor nazorg.
Het 6-fasenmodel veronderstelt dat resultaten en activiteiten vooraf goeddeels planbaar zijn. In werkelijkheid is er altijd onzekerheid over de precieze aanpak en het effect daarvan. Behalve het plannen en beheersen van een project is het daarom nodig om adequaat om te gaan met onzekerheid. Hierbij spelen flexibiliteit en creativiteit een grote rol. Veel latere methoden onderscheiden zich van het 6-fasenmodel door hier invulling aan te geven. Het opsplitsen van projecten in hoofdfasen, gebeurt in de meeste ‘moderne’ projectmanagementmethoden op dezelfde manier als in het 6-fasenmodel.
Zie onder andere Wijnen en Kor (Wijnen, 2004, Kor, 2002) voor een uitgebreidere beschrijving van het 6-fasenmodel en de takenpakketten per fase.